Basisnormbedragen leerlingenvervoer 2023-2024
Jaarlijks berekent de VNG de geldende normbedragen voor het nieuwe schooljaar. Hierbij worden bepaald:
De inkomensgrens Voor de berekening van de inkomensgrens wordt in de basis uitgegaan van het drempelbedrag gezamenlijk inkomen met peildatum 1 januari 1999. Dit is wettelijk vastgelegd volgens artikel 4 lid 7 van de Wet op het primair onderwijs. Vanaf deze datum wordt de inkomensgrens jaarlijks opgehoogd met het indexcijfer voor CAO-lonen.
Voor het schooljaar 2023-2024 betekent dit dat we moeten kijken naar het indexcijfer dat behoort bij het inkomensjaar 2021. Het Centraal Bureau voor de Statistiek, heeft daarvoor een tabel gepubliceerd, die aangeeft dat het indexcijfer voor het jaar 2021 123,7 bedraagt.
Om het wat ingewikkelder te maken heeft het CBS bepaald dat de indexcijfer van het jaar 2015 de rekennorm is. Dat betekent dat het bedrag van de inkomensgrens in 2015 op 100% is gesteld. Dat maakt dat op basis daarvan het indexcijfer van 1999 op 76,2 uitkomt.
Om nu het juiste bedrag voor het schooljaar 2023-2024 te berekenen, moeten we het bedrag van de inkomensgrens in 1999 delen door 76,2 en vermenigvuldigen met het indexcijfer voor 2021: 123,7.
In 1999 bedroeg het verzamelinkomen € 17.700. Dit bedrag gedeeld door 76,2 en vermenigvuldigd met 123,7 levert een bedrag op van € 28.733,46.
Aangezien is bepaald dat de indexering moet worden afgerond naar een veelvoud van € 450,-, is het bedrag van de inkomensgrens verzamelinkomen voor het schooljaar 2023-2024 uiteindelijk vastgesteld op € 28.800,-
Toepassing
Vooral bij mensen die niet direct met het leerlingenvervoer verbonden zijn, is er nog wel eens verwarring over het verschil tussen de inkomensgrens en de inkomensafhankelijke bijdrage.
De inkomensgrens voor het verzamelinkomen wordt toegepast voor leerlingen die naar het basisonderwijs of het speciaal basisonderwijs gaan. Hiervoor geldt dus dat er bij de beoordeling een combinatie moet worden gemaakt met de afstandsgrens. Met andere woorden, als voor de leerling op basis van zijn/haar beperking geen afstandsgrens van toepassing is, dan is ook het drempelbedrag niet van toepassing.
De draagkrachtafhankelijke bijdrage is een aanvullende bijdrage voor leerlingen die naar het gewone basisonderwijs gaan, waarvan de school zich op meer dan 20 kilometer afstand van het verblijfadres van de leerling bevindt. Deze aanvullende bijdrage is vastgelegd in een tabel.
- de inkomensgrens
- de draagkrachtafhankelijke bijdrage
- de kilometervergoeding
De inkomensgrens Voor de berekening van de inkomensgrens wordt in de basis uitgegaan van het drempelbedrag gezamenlijk inkomen met peildatum 1 januari 1999. Dit is wettelijk vastgelegd volgens artikel 4 lid 7 van de Wet op het primair onderwijs. Vanaf deze datum wordt de inkomensgrens jaarlijks opgehoogd met het indexcijfer voor CAO-lonen.
Voor het schooljaar 2023-2024 betekent dit dat we moeten kijken naar het indexcijfer dat behoort bij het inkomensjaar 2021. Het Centraal Bureau voor de Statistiek, heeft daarvoor een tabel gepubliceerd, die aangeeft dat het indexcijfer voor het jaar 2021 123,7 bedraagt.
Om het wat ingewikkelder te maken heeft het CBS bepaald dat de indexcijfer van het jaar 2015 de rekennorm is. Dat betekent dat het bedrag van de inkomensgrens in 2015 op 100% is gesteld. Dat maakt dat op basis daarvan het indexcijfer van 1999 op 76,2 uitkomt.
Om nu het juiste bedrag voor het schooljaar 2023-2024 te berekenen, moeten we het bedrag van de inkomensgrens in 1999 delen door 76,2 en vermenigvuldigen met het indexcijfer voor 2021: 123,7.
In 1999 bedroeg het verzamelinkomen € 17.700. Dit bedrag gedeeld door 76,2 en vermenigvuldigd met 123,7 levert een bedrag op van € 28.733,46.
Aangezien is bepaald dat de indexering moet worden afgerond naar een veelvoud van € 450,-, is het bedrag van de inkomensgrens verzamelinkomen voor het schooljaar 2023-2024 uiteindelijk vastgesteld op € 28.800,-
Toepassing
Vooral bij mensen die niet direct met het leerlingenvervoer verbonden zijn, is er nog wel eens verwarring over het verschil tussen de inkomensgrens en de inkomensafhankelijke bijdrage.
De inkomensgrens voor het verzamelinkomen wordt toegepast voor leerlingen die naar het basisonderwijs of het speciaal basisonderwijs gaan. Hiervoor geldt dus dat er bij de beoordeling een combinatie moet worden gemaakt met de afstandsgrens. Met andere woorden, als voor de leerling op basis van zijn/haar beperking geen afstandsgrens van toepassing is, dan is ook het drempelbedrag niet van toepassing.
De draagkrachtafhankelijke bijdrage is een aanvullende bijdrage voor leerlingen die naar het gewone basisonderwijs gaan, waarvan de school zich op meer dan 20 kilometer afstand van het verblijfadres van de leerling bevindt. Deze aanvullende bijdrage is vastgelegd in een tabel.
De draagkrachtafhankelijke bijdrage
Zoals hiervoor uitgelegd is deze bijdrage alleen voor leerlingen van toepassing als aanvullende bijdrage indien de school voor gewoon basisonderwijs verder weg is gelegen dan 20 kilometer van het verblijfadres van de leerling. In dat geval wordt een extra bijdrage vastgesteld op basis van onderstaande tabel.
Ook de draagkrachtafhankelijke bijdrage wordt jaarlijks ge-indexeerd. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het consumentenprijsindexcijfer (CPI) vervoersdiensten.
Ook de draagkrachtafhankelijke bijdrage wordt jaarlijks ge-indexeerd. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het consumentenprijsindexcijfer (CPI) vervoersdiensten.
Inkomen vanaf €
Inkomen tot €
Eigen bijdrage €
0
36.900
nihil
36.900
43.650
170
43.650
50.400
750
50.400
56.700
1.390
56.700
64.800
2.035
64.800
71.100
2.730
71.100
Voor elke € 5.000,- erbij
655
De berekening van de extra draagkrachtafhankelijke bijdrage is gebaseerd op het indexcijfer voor 2021 van het consumentenprijsindexcijfer, dit is 106,66. Het indexcijfer stijgt in 2022 tot 126,56.
Draagkrachtafhankelijke bijdrage wordt vervolgens bepaald door: Eigen bijdrage 2021-2022 delen door 106,66 en vermenigvuldigen met 126,56. De uitkomst wordt afgerond op een veelvoud van € 5,-
Draagkrachtafhankelijke bijdrage wordt vervolgens bepaald door: Eigen bijdrage 2021-2022 delen door 106,66 en vermenigvuldigen met 126,56. De uitkomst wordt afgerond op een veelvoud van € 5,-
De kilometervergoeding
Het is ook mogelijk om een vergoeding per kilometer te verstrekken. Daarvoor zijn 2 opties:
Vergoeding fietskilometers
Wanneer de verblijfplaats van een leerling verder weg dan de afstandsgrens van school is, maar de leerling kan, al dan niet onder begeleiding, fietsend naar school, dan is het mogelijk een fietsvergoeding te verstrekken van € 0,10 per kilometer. Voor de afstand worden de kilometers gerekend die de leerling en de eventuele begeleider afleggen.
Vergoeding autokilometers
Een vergoeding voor gereden autokilometers is mogelijk met toestemming van of op verzoek van het college. Deze vergoeding wordt bepaald over de kortste afstand tussen de verblijfplaats van de leerling en school. De hoogte van de vergoeding is doorgaans gelijk aan de algemeen gebruikelijke belastingvrije kilometervergoeding van € 0,21.
Met een kilometervergoeding van €0,21 is de vergoeding per dag 4 x de reis. In het geval gemeenten het zogenaamde schijvenmodel hanteren wordt de heen- en terugreis tweemaal vergoed.
Er wordt geen vergoeding verstrekt wanneer de leerling ook tussen de middag wordt vervoerd.
Het is ook mogelijk om een vergoeding per kilometer te verstrekken. Daarvoor zijn 2 opties:
- een vergoeding voor fietskilometers
- een vergoeding voor autokilometers
Vergoeding fietskilometers
Wanneer de verblijfplaats van een leerling verder weg dan de afstandsgrens van school is, maar de leerling kan, al dan niet onder begeleiding, fietsend naar school, dan is het mogelijk een fietsvergoeding te verstrekken van € 0,10 per kilometer. Voor de afstand worden de kilometers gerekend die de leerling en de eventuele begeleider afleggen.
Vergoeding autokilometers
Een vergoeding voor gereden autokilometers is mogelijk met toestemming van of op verzoek van het college. Deze vergoeding wordt bepaald over de kortste afstand tussen de verblijfplaats van de leerling en school. De hoogte van de vergoeding is doorgaans gelijk aan de algemeen gebruikelijke belastingvrije kilometervergoeding van € 0,21.
Met een kilometervergoeding van €0,21 is de vergoeding per dag 4 x de reis. In het geval gemeenten het zogenaamde schijvenmodel hanteren wordt de heen- en terugreis tweemaal vergoed.
Er wordt geen vergoeding verstrekt wanneer de leerling ook tussen de middag wordt vervoerd.